Ondanks invasies en vreemde overheersingen, is Albanië er steeds in geslaagd zijn eigenheid te behouden, wat resulteert in een schat aan traditioneel en cultuur-historisch erfgoed.
Om te beginnen de taal: het Albanees bekleedt in de groep van Indo-Europese talen een eenzame plaats, zonder banden met andere talen. Uiteraard zijn er heel wat invloeden te ontdekken (voornamelijk Romaanse en Turkse), maar de kern van de taal blijft zeer apart.
De rijke cultuur blijkt ook uit de grote verscheidenheid aan folkloristisch materiaal: elke regio heeft zijn specialiteit en specifieke tradities.
Ruwweg kan men een onderscheid maken tussen twee bevolkingsgroepen: de Geg en de Tosk (respectievelijk uit Noord- en Zuid-Albanië). Beiden hebben bijvoorbeeld verschillende motieven in folkloristische kledij en ook in de muziek zijn verschillen te ontdekken.
Nog steeds zijn er jaarlijkse folklore-evenementen waar traditionele kledij, muziek en dans uit verschillende streken te bewonderen zijn.
Handgeweven tapijten, geborduurde jurken, houtsnijwerk en handgekapte stenen, goud- en zilverwerk, keramiek... pareltjes kan je hier vinden.
Bovendien wordt heel vaak gebruik gemaakt van een rijke variatie aan (oeroude) symbolen. De meest opvallende is wellicht de adelaar, het nationaal symbool van Albanië (een twee-koppig exemplaar is te bewonderen op de Albanese vlag), je vindt hem op de gekste plaatsen terug. Zelfs wereldwijd verspreid: elke uitgeweken Albanees heeft in zijn nieuwe woonst ongetwijfeld een afbeelding van dit patriottische symbool.
De rijke cultuur is te bewonderen in tal van musea, een aanrader voor de in cultuur en geschiedenis geïnteresseerde toerist. Informatie in Engels en Frans is meestal wel voorhanden, zij het vaak beperkt.
Mocht Albanië (verkeerdelijk) de naam hebben van een onrustig land te zijn, dan is dat wellicht te danken aan een turbulente geschiedenis. Het is eigenlijk een wonder dat de oorspronkelijke bevolking van dit land nog steeds een eigen identiteit heeft.
Reeds in de oude steentijd moeten er mensen geweest zijn op het Balkanschiereiland. Maar de eerste concrete vondsten van menselijke bestaan dateren van het nieuw steentijdperk (6000 – 2600v Chr), het bronzen en het ijzeren tijdperk (1000 v Chr.).
Uit de info van de Griekse geschiedschrijvers kan men aannemen dat het huidige Albanië voor een groot deel bevolkt was door de Illyriërs (die ook nog verder in het noorden vestigingen hadden, tot aan Venetië). Men kon moeilijk van één volk spreken: het ging over wellicht honderden verschillende stammen die in voortdurende onderlinge strijd waren. Ook op de Adriatische Zee lieten ze hun macht gelden. Wellicht waren er ook intense contacten, al dan niet geweldloos, met de Grieken (Epirus ligt net onder het huidige Albanië). In een vrij onherbergzaam land werd gevochten om de beste plaatsen om het nomadisch bestaan in te kunnen ruilen voor een gevestigd bestaan.
Het eerste gedrukte boek in de Albanese taal was zoals in vele talen een liturgisch werk: Meshari, een missaal, dat vooral diende om het geloof verder te verspreiden. Het verscheen in 1555 en was van de hand van Gjon Buzuku.
Nochtans zijn er verwijzingen terug te vinden naar vroegere geschriften uit de 14de eeuw waar het Albanees in Latijnse en Griekse letters uitgeschreven werd. Ook hier ging het over religieuze werken.
Het werk van P. Bogadani Cuneus Prophetarum wordt beschouwd als een hoogtepunt in de oude Albanese literatuur: in zijn filosofisch traktaat worden theologische principes en andere bronnen samen gebracht tot een voor die periode frisse humanistische kijk op allerlei maatschappelijke thema's.
Bij de evolutie van de Indo-Europese talen is het Albanees al heel vroeg een eigen leven gaan leiden. Over de oorsprong van het Albanees bestaat geen eensgezindheid. Het lijkt erop dat de meeste wetenschappers aannemen dat het van het Illyrisch afstamt (anderen menen dat de taal van het Thracisch afkomstig is). De eerste geschreven teksten dateren uit de 15de eeuw. Het eerste in het Albanees geschreven boek zou dateren van 1555 (een vertaald gebedsboek uit de Latijnse liturgie).
Momenteel onderscheidt men twee dialecten: het Gheg en het Tosk (respectievelijk gesproken in het noorden – maar ook in Montenegro, Kosovo en Macedonië – en het zuiden en dan vormt de rivier Shkumbine de natuurlijke grens). Het blijft dezelfde taal, maar uitspraak en woordenschat vertonen een aantal duidelijke verschillen (net zoals een West-Vlaming en een Limburger een verschillende uitspraak en woordenschat hebben). In feite is er nog een derde dialect: het Arbërisht, gesproken door een kleine Albanese minderheid die gevestigd is in het zuiden van Italië.
Pas in 1908 werden de regels voor het huidige alfabet vastgelegd; voordien werden zowel Latijnse als Griekse letters gebruikt, maar ook het Turkse en Arabische alfabet werden soms toegepast.
Het moderne Albanese alfabet is gebaseerd op het Latijnse, met de toevoeging van nog 10 letters. In 1920 wordt een Albanese standaardtaal gedefinieerd die de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke variant met elkaar probeert te verzoenen. Deze standaardtaal is voornamelijk een literaire taal, het gesproken woord blijft natuurlijk zijn eigenheid behouden.
Het Albanees is een zeer fonetische taal: de woorden worden consequent uitgesproken volgens het schrift. Als je weet hoe de letters uitgesproken worden, kan je de taal (vrij) vlot lezen, of je de taal begrijpt of niet. Het alfabet telt 36 letters (zie bijlagen voor een overzicht).
Doorheen de eeuwen, en na vele bezetters overleefd te hebben, hebben de Albanezen toch een aantal woorden uit andere talen overgenomen, en een aantal woorden zijn internationaal zo herkenbaar dat ze weinig uitleg hoeven: kafe, telefon, taksi... Er zijn heel wat Romaanse invloeden: qen – zoals het Franse chien (hond), maar ook Turkse: avash (rustig), hajde (kom).
Men gaat ervan uit dat een vreemdeling geen Albanees spreekt of verstaat en de verbazing (en bewondering) zal groot zijn als je enkele zinnen of woorden spreekt en verstaat.
Nogal wat mensen beheersen het Italiaans vrij goed en de jongere generatie trekt ook zijn plan in het Engels. Hier en daar is ook het Frans ingeburgerd. De ouderen hebben op school vaak Russisch gestudeerd, maar de kans is klein dat je hiermee ver komt...
Hieronder vind je een E.H.B.A document: Eerste Hulp Bij Albanees met o.a.
het Albanese alfabet
woordenlijsten (Nederlands - Albanees | Albanees - Nederlands)
conversaties in alledaagse situaties (tellen, algemene gesprekken, in de horeca, bij de dokter...)